Straatkinderen project

Eind 2013 vroeg de provinciaal pater Henk Erdhuizen te gaan werken voor alle huizen van het straatkinderproject van de salesianen. De pater is met namen belast met de facilitaire zaken. Met namen het onderhoud van alle gebouwen, de inrichtingen van de projecten. Het vervoer/transport van kinderen en goederen. Met veel plezier heeft pater Henk deze taak opgepakt. Zijn hart heeft altijd bij de straatkinderen gelegen. Waar hij ook werkt, overal zijn er kinderen en jongeren op straat te vinden en daar is de pater het liefst. Ondanks zijn pensioen gerechtigde leeftijd blijft hij zich inzetten voor de allerarmsten en kwetsbaarste mensen in Bolivia. Hieronder vindt u informatie over het straatkinderproject, de huizen van het project..

Het straatkinderenproject.

Het Straatkinderenproject Don Bosco werd in 1991 onder de naam “Hogar Don Bosco” door Pater Octavio Sabbadín, een Italiaanse Salesiaan, in de Stad Santa Cruz (Bolivia) opgericht. Gebaseerd op de leer van Don Bosco creëert deze pater een plaats, waar dakloze- , mishandelde- en zieke kinderen/jongeren weer een basis vinden om te (over)leven. Gezien het feit dat Bolivia het armste land van Zuid Amerika is, is het project een antwoord op het feit dat veel kinderen/jongeren in een slechte sociale situatie verkeren. Kinderen en jongeren die door de maatschappij verstoten zijn en aan de buitenzijde van de sociale samenleving leven, staan bloot  aan een hard- en  risicovol leven op de straat.

Op dit moment bestaat het straatkinderen project uit zes huizen in heel Santa Cruz. Ieder huis richt zich op een specifieke groep kinderen/jongeren. Op dit moment worden er ongeveer 600 kinderen in deze huizen opgevangen. Deze huizen staan voor de vijf fasen (zes huizen en zes verschillende soorten van opvang)  van de opvang.

(fase 1) de naam van dit huis  is : “Techo Pinardi”: Dit huis bied straatjongeren een zekere en gastvriendelijke slaapplaats voor de nacht. Overdag leven deze jongeren op straat.

(fase 2) de naam van dit huis  is: “Patio Don Bosco”: Dit huis bied straatjongeren een zekere en gastvriendelijke plaats om ver van de straat te blijven.

(fase 3) de naam van dit huis  is: “Granja Moglia” (Op dit project werkt pater Henk Erdhuizen, sdb): Dit huis bied de straatjongeren eindelijk de mogelijkheid om het leven op de straat volledig achter zich te laten. De jongeren komen hier in contact met de natuur en de dieren, wat hun levensvreugde en verantwoordelijkheid wat aanleert (voor verdere informatie zie het hoofdstuk Wat is “Granja Moglia”

(fase 4) de naam van dit huis  is:Hogar Don Bosco”: Hier leven de Jongeren in een grote familie tot ze de school met een diploma kunnen verlaten.

(fase 5) de naam van dit huis  is:Barrio Juvenil y Miguel Magone”: Dit huis bied de mogelijkheid voor het volgen van een beroepsopleiding en leren de jongeren om onafhankelijk te worden.

De naam van dit huis  is:Mano Amiga”: Dit huis is een vreemde eend in de bijt. Het huis is ingericht voor “noodgevallen” een huis die kinderen/jongeren opvangen die in bovenstaande huizen niet kunnen wonen. In dit huis wordt gekeken welk huis/welke opvang voor  (ook buiten dit project) het kind/de jongere het beste is.

Het huis  “Granja Moglia”  (resocialisering van straatkinderen)

Pater Henk Erdhuizen, is als Salesiaan eindverantwoordelijk voor dit huis/deze etappe van het straatkinderenproject.  Eind 2008 is pater Henk begonnen op deze etappe van het straatkinderenproject als verantwoordelijke Salesiaan. De pater woont en werkt op dit project en is daardoor 24 uur per dag, 7 dagen per week voor de kinderen en de medewerkers bereikbaar.

 

De Granja Moglia (granja = boerderij) draait sinds 22 maart 2003 als derde etappe van het straatkinderenproject. In de Granja worden kinderen en jongeren tot hun 16e levensjaar opgevangen, nadat ze fase 1 en 2  (Techo Pinardi und Patio Don Bosco) doorlopen hebben. De opgroeiende jeugd moeten hun normen en waarden die zij zich aangeleerd hebben op de straat weer gaan afleren. cq opgeven.  Het verloren eigengevoel/eigenwaarde zal in deze fase weer terug gaan keren. Men leert nieuwe normen en waarden. Men krijgt structuur in het leven.

Ook leren de jongeren/straatkinderen weer vertrouwen te krijgen en wordt de eerbied voor (en de waarde van) de natuur weer bijgebracht. Dit is volgens de leer van Don Bosco nodig om de vreugde en hoop in je eigen leven en dat van anderen te zien.  Dit alles gebeurd in een veilige, warme familieachtige omgeving, waarbij de jongeren genegenheid ervaren en weer leren wat het is om een vader en moeder (de pater en de medewerkers) te hebben. Het gevoel wat zij verloren hebben op straat. De jongeren leren om hun gevoel, zorgen en gedachten te uiten.  Het streven is dat de jongeren hun straatleven achter zich laten, hiervoor vindt er dag/arbeidstherapie plaats en worden therapieën (ook dmv omgang en verzorgen van dieren) door deskundigen ingezet. In deze fase beginnen de jongeren, zodra ze in een stabiele fase zijn, met het volgen van een schoolopleiding. Dit is niet altijd even makkelijk voor zowel de jongeren, het komt voor dat een kind van 10 jaar pas begint in groep 4 (tweede klas), het vraagt veel van de pater en de begeleiders om deze jongeren gemotiveerd te houden om door te zetten. Hebben de jongeren deze fase goed doorlopen gaan ze naar de volgende fase, men gaat naar Hogar Don Bosco, waar men in familieverband leeft en de jongeren een beroepsopleiding gaan volgen.

Het werk van pater Henk Erdhuizen tot nu toe in dit project:

Het gebouw vertoonde bij het aantreden van de pater veel achterstallig onderhoud. Dank zij de steun van vele donateurs uit Nederland is er met een intensieve verbouwing gestart. Naast de renovatie van de oudbouw is er nieuwbouw gepleegd.

Er is een nieuwe ruimte gebouwd, die dient als een studeerruimte cq leslokaal waar de jongeren kunnen studeren cq bijles krijgen. Ook is er een ruimte bijgebouwd die dient als ziekenboeg.

Omdat er voor zowel de pater als de staf van het project geen goede werkruimtes waren, is er voor de staf een werkruimte gebouwd en heeft de pater nu een eigen kamer (slaap/werkkamer) gekregen om zich privé terug te kunnen trekken.

Het dak van de oudbouw was aan vervanging toe ivm vele lekkages. In de oudbouw zijn de ruimtes aangepast zodat er voor de jeugd ook een ontspanningsruimte is, de psycholoog een onderzoeksruimte heeft en is het verblijf voor de oudste jongeren gerenoveerd.

Een ander groot project is het aanleggen van een visvijver met tilapia vissen. Deze vissen worden door de jeugd samen met de opvoeders opgekweekt, gevangen en opgegeten. Deze bron van voedsel is een welkome aanvulling op het vaak eenzijdige voedsel die in Bolivia wordt genuttigd. Ook deze vijver met vissen is aangelegd met de steun van de vele Nederlandse donateurs.

Naast de het dragen van de verantwoordelijkheid cq het draaiende houden van de Granja Moglia bestaat het werk van pater Henk uit het bepalen van het uit te voeren beleid van de Granja, het actief deelnemen aan de opvang- en opvoeding van de jongeren.  De pater ziet toe op uitvoering van de bouw/renovatie projecten.

Naast het aanwezig zijn midden in het project heeft de pater structureel overleg met de Salesiaanse medebroeders cq collega projecten om het straatkinderen project te laten voortbestaan.

In het huis werken naast de pater: vijf opvoeders (pedagogisch medewerkers), een sociaal werkster (maatschappelijk werkster), een lerares die zorg draagt voor de bijlessen, een verpleegkundige, een aantal kokkinnen, een medewerker linnenkamer en een man voor het technisch onderhoud

De resultaten van “Granja Moglia” door de jaren heen zijn :

De bijzondere gevolgen van Granja zijn:

–          85% van de jongeren hebben bereikt dat hun leven een positieve wending heeft gekregen.

–          100% van de jongeren hebben de kans gehad om een opleiding te volgen die ze een optie geeft om te werken in de landbouw of om verder te studeren.

–          Men heeft een systeem ingevoerd die jongeren iedere dag een mogelijkheid geeft om met de verschillende inheemse diersoorten te leven cq te verzorgen. Jongeren leren wat verantwoordelijkheid dragen is en hoe ze dit kunnen doen.

–          Er worden grondstoffen (melk, tarwe) ten behoeve van andere producten (Yoghurt, kaas, brood) gekweekt en zelf genuttigd of verkocht. Naast deze grondstoffen zorgt het project voor hun eigen vis. Men kan voor een groot deel in de eigen levensbehoefte voorzien.