nieuwsbrief maart 2013

Doetinchem, 12 maart  2013

 

 

Beste mensen, Sinds half december woon ik in de wijk Plan 3000. Bolivia is een groot land, 30 keer Nederland,en we hebben ruim 10 miljoen inwoners. Dus ruimte genoeg. De stad Santa Cruz groeit elke dag. Een uitbreiding naar het noorden en het zuiden. Ik woon in het zuidelijk deel van de stad en hier komen veel mensen wonen uit het binnenland (mensen uit de steden Potosi,Oruro en de dorpen rondom deze kleine steden). De mensen komen hier vrijwillig of gedwongen. Dat betekent ze verlaten hun zekerheid. Hun vrienden,familie,de kerk,de school etc. Ze geven hun zekerheid op. Dat betekent desoriëntatie. In de grote steden heersen andere normen en waarden,andere regels en de anonimiteit. Het is een teken van de secularisatie.

Ruim 20 jaar gelden is in deze wijk een Salesiaan gaan werken. Hij leefde met de zieken en met name met de tuberculose patiënten. Deze mensen hadden een bezigheid nodig. Men begon een werkplaats met toeristische artikelen. De mensen genazen, trouwden, hadden een huis nodig,kregen kinderen. Dus  kwam er een peuterspeelzaal, een lagere- en een middelbare school. Ook kwam er een klein internaatje voor jongeren die moeilijkheden veroorzaakten en een kapel.  Helaas waar goed is, is ook kwaad, zo gingen mensen deze pater uitbuiten. Veel mensen zien de pater als een heilige, maar er zijn ook mensen die van zijn goedheid misbruik maken. De pater is nu 74 jaar en ziet dit niet. De provinciaal maakt zich zorgen over mensen die gebruik maken van de goedheid van de pater. De provinciaal heeft me gevraagd om me in te zetten voor deze gemeenschap en hem te helpen met de zorgen omtrent de pater.

Als u dit leest, zegt u natuurlijk stoppen, er zijn grenzen aan de goedheid. Zelf heb ik dit natuurlijk ook ervaren, er zijn altijd mensen die kwaad willen, maar ik weet waar mijn grenzen liggen en dan zeg ik basta. Dus het is niet gemakkelijk voor me, wanneer ik zie dat mensen gebruik maken van mijn mede Salesiaan. Die in zijn goedheid mensen iedere keer weer vergeeft. Hoe kan ik mijn medebroeder helpen? Met de provinciaal heb ik regelmatig contact en we hebben afgesproken me een jaar de tijd te geven.

Samen met de pater ben ik op zoek geweest naar de allerarmsten. Sommige van deze mensen willen niet vooruit. Ze ruiken geld en buiten de pater uit. Dit is voor mij de grens, ik wil mensen graag helpen, maar dan moeten zij ook zelf uit de situatie willen komen.  Het moet van twee kanten komen. Hierin verschilt mijn werkwijze met die van mijn medesalesiaan. Nog een lange weg te gaan met elkaar dus.

Ik help met name jongeren die vooruit willen, maar wiens ouders geen materiaal kunnen kopen.  Ik geef geen geld, wel materialen zoals schoolbenodigdheden. Ook wil ik werken in de geest van Don Bosco. De jeugd en jongeren ruimte bieden om te spelen. Ons schoolplein is altijd open, maar een gedeelte is gevaarlijk, kuilen, vol stenen. We willen een betonnen sportveld aanleggen, zodat men kan volleyen,zaalvoetballen etc.

In onze wijk is het nu rustig. Helaas zijn hier veel jeugdbendes. Gelukkig zitten de bendeleiders nu in de gevangenis. Er zijn op dit moment geen “ charismatische”  bendeleiders die de bendes overnemen, gelukkig voor ons.

Ik woon naast het schoolplein. Tot  ongeveer 22.00 uur zijn de jongeren en kinderen op het plein. In de vroege ochtend , tegen 4.00 uur treden de schoonmaaksters aan. Dus mijn nachtrust is kort, maar heb geen medelijden met me. Ik heb gekozen om hier te leven en te werken.

Met mijn gezondheid gaat het redelijk. Ik had weer vocht in mijn voet. Ik dacht, oké dat wordt dus weer naar de dokter. Ik had een ontsteking aan de urinewegen en weer parasieten in mijn lichaam. Ja helaas zijn de leefomstandigheden waar ik woon slecht.

Dus maar weer aan de antibiotica. Maar het vocht in mijn benen ging niet weg . Toen ben ik naar de Braziliaanse zusters gegaan, zij werken met kruiden en fysiotherapie. Ben hen ben ik nu onder behandeling en het vocht in mijn benen wordt minder. Volgens hen heb ik dikke benen doordat ik een aantal jaren geleden gestoken ben door een insect waardoor de bloeddoorstroming niet goed meer is in mijn benen.

Omdat ik in een wijk woon waar alles vies is, de markt stinkt en ik toch geregeld een kleine ontsteking heb van een insect,  koop ik  hier niets. ik moet alles kopen in het centrum van de stad. Het is niet eenvoudig om in de stad te komen en ik kan er alleen via veel omwegen komen. Met uw hulp heb ik een klein tweedehands autootje gekocht. Die geeft me meer bewegingsvrijheid. 

Ja het is hier een gevaarlijke wijk, je hebt b.v. hier geen enkele geldautomaat en dan te weten dat in onze wijk 30.000 mensen wonen! Dus ook om geld te pinnen moet ik naar het centrum. Hopelijk heeft u een beeld van mijn werk, mijn zorgen en mijn gezondheid nu.

Ik dank U hartelijk voor het lezen van deze brief en ik hoop van harte dat U mijn werk blijft steunen.

Er is veel te doen en mede dank zij u en de goed god,  kan ik dit allemaal doen.

Ik groet U allen van harte.

Henk